Scoren in Google: maak uw website zoekmachinevriendelijk


Hebt u een reisverslag op internet gepubliceerd, maar komt er nooit een bezoeker langs? Staat uw cv online, maar laten werkgevers niets van zich horen? Publiceert u op uw site over persoonlijke gezondheidskwesties, maar geen lotgenoot reageert? Tientallen praktische én veilige tips om meer bezoekers te trekken via Google.

Auteur: Wessel Zweers. Dit artikel is eerder in ingekorte vorm gepubliceerd in Computer!Totaal (http://www.computertotaal.nl), januari 2007. Gehele of gedeeltelijke overname van onderstaande tekst is nadrukkelijk niet toegestaan.

Inleiding

Laten we maar meteen een illusie wegnemen: hét gouden recept voor een topnotering in de Google-ranglijsten bestaat niet. En marketingbureaus die u die wel beloven, kunt u maar beter mijden – vooral als ze niet transparant zijn over hun werkwijze. Niet zelden opereren ze op het randje van het toelaatbare en loopt u het risico op de zwarte lijst van Google terecht te komen.

Gouden bergen zullen we u dus niet beloven, maar dankzij een handjevol praktische maatregelen kunt u wel een stuk hoger scoren in Google en zullen meer bezoekers uw site vinden. De tips in dit artikel kunt u onafhankelijk van elkaar toepassen. Ze zijn allemaal veilig: u loopt hiermee geen risico dat Google boos wordt. Bovendien zijn de meeste tips ook universeel: ze zorgen ervoor dat u eveneens beter vindbaar wordt in andere zoekmachines dan Google.

Plan van aanpak
Dit artikel bestaat uit drie stappen. We werken daarbij van buiten naar binnen.

  • In de eerste stap laten we zien hoe u uw website meer bekendheid geeft, zodat andere websites ernaar zullen linken en ook Google u sneller tegenkomt.
  • Heeft Google eenmaal uw digitale voordeur gevonden, dan volgt stap 2: verbeter de interne structuur, zodat Google ook echt alle hoeken en gaten van uw site vindt.
  • Zodra Google uw hele site in kaart heeft gebracht, dan is het zaak om de zoekmachine stuk voor stuk goede en begrijpelijke pagina’s voor te schotelen. Dat gebeurt in stap 3.

Stap 1: betere vindbaarheid

Vrijwel continu is Google bezig het wereldwijze web af te struinen (crawlen in webjargon), op zoek naar nieuwe websites om op te nemen in zijn enorme index. Het crawlen gebeurt volautomatisch door een geavanceerd programma: de zogeheten Google-bot. Deze bot is een echte veelvraat. Hij bezoekt zoveel mogelijk webpagina’s en volgt zoveel mogelijk hyperlinks op die pagina’s om andere sites te vinden.

In grote lijnen zijn er twee manieren om de overijverige Google-bot naar uw site te lokken:

  • u kunt uw site rechtstreeks aanmelden bij Google,
  • u kunt ervoor zorgen dat andere websites naar die van u linken, zodat de kans groter wordt dat de bot u een keer tegenkomt.

Aanmelden bij Google
Ga naar http://www.google.nl en klik achtereenvolgens op Alles over Google en URL toevoegen/verwijderen. Bij URL typt u het adres van uw website in, inclusief http://, dus bijvoorbeeld: http://www.uwdomein.nl. De opmerkingen kunt u gerust leeg laten. Wel moet u daaronder nog het woord overtikken dat Google u voorschotelt, een zogeheten captcha. Hiermee controleert Google dat u een mens bent en geen programma.

Als u de captcha juist hebt overgetikt, krijgt u een bevestigingspagina met de mededeling dat het adres is toegevoegd. U hoeft overigens alleen maar de voorpagina van uw site op te geven, Google vindt de rest doorgaans vanzelf. Let er wel op dat u het adres van die beginpagina juist intikt. Google geeft geen foutmelding als u daarin typefouten maakt en blijft braaf dank-u-wel zeggen, maar zal vervolgens nooit uw site kunnen bezoeken.

Aanmelden bij andere websites
Naast het aanmelden bij Google is het natuurlijk ook belangrijk uw website bij andere sites bekend te maken. U vindt ze simpelweg via Google door te zoeken op de voor u belangrijke steekwoorden. Ook bij Startpagina.nl vindt u ongetwijfeld dochterpagina’s die voor u interessant zijn. De Google Toolbar vertelt u precies wat voor PageRank ze hebben – hoe hoger, hoe beter.

Google PageRank
Google heeft tientallen criteria om zoekresultaten te ordenen. Een van de belangrijkste is de zogeheten PageRank (PR): een cijfer van 0 tot 10 om aan te geven hoe belangrijk Google een webpagina vindt. Hoe meer andere (en vooral belangrijke) websites naar u verwijzen, hoe hoger uw PR.

De PageRank van uw eigen webpagina’s kunt u bekijken door de Google Toolbar, een plugin voor Internet Explorer en Firefox, te downloaden (http://toolbar.google.com/intl/nl/). Even opletten: zodra u uw browser opnieuw hebt opgestart om de plugin te activeren, verschijnt een venstertje. Vergeet hier niet de optie PageRank en uitgebreide versie van Veilig surfen inschakelen aan te vinken.

Met de Google Toolbar ziet u dat er maar een paar sites zijn met PageRank 10, waaronder Google zelf, Microsoft, Adobe en de New York Times. De hoogste Nederlandse website is die van Elsevier met een 8. Computer!Totaal krijgt een 7, evenveel als Marktplaats.nl. De meeste particuliere websites hebben een PR van 1 of 2, als u wat langer aan de weg timmert misschien 3 of 4.

Bij sommige webpagina’s ziet u helemaal geen PageRank. In webjargon heet dit een ‘PR 0’. Dit kan twee oorzaken hebben: de website is nog helemaal niet bekend bij Google, of Google is boos geworden en heeft de website uit zijn index verwijderd. Dat laatste komt voor als Google meent dat een website oneerlijke foefjes gebruikt om hoger te scoren.

Uitgebreide Engelstalige informatie over de PageRank: http://en.wikipedia.org/wiki/PageRank.

Websites selecteren
Als andere websites uw site de moeite waard vinden om ernaar te linken, dan biedt dat een driedubbel voordeel:

  • uw site krijgt meer bezoekers via die andere sites,
  • de Google-bot komt u vaker tegen,
  • u krijgt bovendien een hogere PageRank, waardoor uw site in aanzien stijgt en hoger scoort in de zoekresultaten van Google.

Wat dat laatste betreft: meestal heeft de voorpagina van een site een hogere PageRank dan de achterliggende subpagina’s. Kijk dus goed op welke subpagina uw link vermoedelijk komt te staan. Waarschijnlijk heeft deze een wat lagere PageRank, of zelfs helemaal geen.

Naast de Google Toolbar is er nog een ander hulpmiddel om snel in te schatten of een website een topper is: Alexa. Deze dienst houdt een onafhankelijke wereldranglijst bij van alle websites op internet. Ga naar http://www.alexa.com, klik op Traffic Rankings, geef het adres op en u ziet na enkele ogenblikken (de site is vaak nogal traag) hoe hoog de site staat op de wereldladder.

Surft u met Mozilla Firefox? Dan kunt u in plaats van de Google Toolbar eventueel ook de add-on SearchStatus (https://addons.mozilla.org/nl/firefox/addon/321) installeren. Deze laat zowel de Google PageRank als de Alexa Traffic Rank zien, dus twee vliegen in één klap.

Weliswaar wordt de betrouwbaarheid van Alexa nogal eens bekritiseerd, maar zeker is dat de ranglijst u een aardige indicatie geeft. Om u een idee te geven: een site die bij de bovenste miljoen scoort, krijgt naar schatting zo’n 1000 tot 2000 bezoekers per dag. En om bij de bovenste 100.000 te komen, hebt u zeker 5000 tot 10.000 dagelijkse bezoekers nodig.

Meer over Alexa: http://nl.wikipedia.org/wiki/Alexa_Internet.

Weblogs en forums
Een ogenschijnlijk snelle en zekere manier om te zorgen voor links vanaf websites, is actieve deelname aan weblogs, forums en Usenet. In sommige gevallen is dit heel effectief. U lijdt bijvoorbeeld aan een zeldzame aandoening, zet uw ervaringen als patiënt op een eigen site en plaatst een bericht op een medisch forum met een link naar uw site. Andere forumdeelnemers kunnen zeer gebaat zijn met uw ervaringen.

Maar een bericht op een weblog of forum kan ook heel slecht vallen, met name als uw site een commerciële indruk maakt. Bovendien leveren dergelijke berichten u nauwelijks of geen extra PageRank op. Afzonderlijke berichten op forums en weblogs hebben doorgaans al niet zoveel PageRank en vaak is de link naar uw site niet doorklikbaar, zodat die in het geheel niet bijdraagt aan uw eigen PageRank.

Linkverzoeken
Zodra u een selectie hebt gemaakt van interessante websites, wordt het tijd om ze een linkverzoek te sturen. Neem hier de tijd voor! Wat in ieder geval weinig kans maakt, zijn ultrakorte mailtjes als: “hoi, misschien interessant voor je site: www.mijnsite.nl, mvg piet”. Zulke halfbakken en onpersoonlijke linkverzoeken verdwijnen bij de geadresseerde doorgaans meteen in de prullenbak.

Veel meer kans maakt uw linkverzoek met de volgende tips:

  • Vertel wie u zelf bent: een particulier, een medewerker van een bedrijf of iemand anders? Geef eventueel ook uw adres en telefoonnummer. Niet dat de geadresseerde die nodig heeft, maar u maakt wel een degelijke indruk.
  • Kijk of de website in kwestie al ergens richtlijnen of misschien zelfs een kant-en-klaar invulformulier biedt voor linkverzoeken.
  • Geef niet alleen het adres van uw site, maar vertel ook in enkele regels waar die gaat. Een beheerder van een populaire site krijgt dagelijks tientallen linkverzoeken en heeft geen tijd om uw site uitgebreid te bestuderen.
  • Wees geen allemansvriendje. Geef de geadresseerde het gevoel dat hij of zij persoonlijk wordt benaderd: “beste Wessel” of desnoods “beste beheerder van xyz.startpagina.nl” werkt beter dan alleen maar “hallo”.
  • Doe een concrete suggestie op welke pagina van die andere site u een link zou willen krijgen.
  • Beloof eventueel een link terug te zullen plaatsen op uw site: bij veel webmasters neemt hun bereidwilligheid aanmerkelijk toe als u iets terug doet.
  • Heb geduld. Voor de meeste sitebeheerders staan het afhandelen van linkverzoeken onderaan hun prioriteitenlijst. Het kan dus weken duren voordat uw verzoek in behandeling wordt genomen. Uw linkverzoek elke drie dagen opnieuw versturen, wekt irritatie.
  • En misschien wel de belangrijkste tip: wees hoffelijk en complimenteus. U stuurt immers een linkverzoek aan iemand die u niet kent en u vraagt gelijk al om een gunst! Een beetje slijmen kan dus geen kwaad, maar sla ook weer niet door in amicaal gedrag: “hoi” en “groetjes” zijn uit den boze als u iemand benadert die u niet kent – hou het liever op “beste …” en “vriendelijke groet”.

Geduld!
Hoe lang duurt het voordat uw site vindbaar is via Google? Dat varieert sterk, meestal van een paar dagen tot een paar weken. Is Google eenmaal langsgeweest, dan duurt het weer enkele dagen tot weken voordat uw site daadwerkelijk in de zoekresultaten te vinden is. En hoogstwaarschijnlijk bent u er dan nog steeds niet. Vooral bij grotere sites verwerkt Google in eerste instantie alleen de voorpagina en de belangrijkste rubrieken, de overige pagina’s volgen nog weer later.

U kunt zelf controleren hoe ver Google is met het verwerken van uw site. Gebruik daarvoor de zoekopdracht site:uwsite, waarbij ‘uwsite’ natuurlijk het webadres is van uw site, zonder http:// ervoor. In de zoekresultaten ziet u alle pagina’s die Google inmiddels heeft verwerkt.

Al met al kunt u er gerust drie maanden voor uittrekken voordat uw hele site vindbaar is in Google – vooral als die wat groter is. In sommige gevallen wordt uw geduld nog eens extra op de proef gesteld. Het kan gebeuren dat uw site op een goede dag eindelijk zichtbaar is in Google, vervolgens weer verdwijnt en na enkele dagen terugkeert in de zoekresultaten. Deze schommelingen zijn gelukkig vrijwel altijd maar tijdelijk.

Merkt u dat Google na drie maanden nog steeds niet verder dan uw beginpagina is gekomen? Dan is er waarschijnlijk iets mis met de structuur van uw site. Bij stap 2 geven we tips wat u daaraan kunt doen.

Of is na een paar maanden ook uw beginpagina nog niet zichtbaar in Google? Dan is er vermoedelijk iets met die pagina aan de hand, zie stap 3.

Stap 2: betere navigatie

In stap 1 hebben we Google naar uw voordeur gelokt. Nu gaan we ervoor zorgen dat Google ook de rest van uw huis verkent.

De belangrijkste leidraad van Google (en alle andere zoekmachines) om uw site te verkennen is de hyperlink. Zorg er dus voor dat alle uithoeken van uw site via hyperlinks bereikbaar zijn vanuit de hoofdpagina.

Helaas is dit lang niet altijd voldoende. Bij het volgen van hyperlinks op uw site kan Google verschillende beren op de weg tegenkomen. Drie van die beren heten JavaScript, Java en Flash.

JavaScript-menu’s
Mocht u nog nooit van JavaScript hebben gehoord: kort en goed is dit een simpele programmeertaal om extra functionaliteit toe te voegen aan webpagina’s. Een van de meest indrukwekkende JavaScript-toepassingen zijn dynamische menu’s, zeg maar menu’s waarvan de onderdelen kunnen in- en uitklappen als u erop klikt. Voor bezoekers van vlees en bloed kan zo’n Verkenner-achtig menu een website een stuk overzichtelijker maken, maar voor zoekmachines is het meestal een niet te nemen horde. In de praktijk komt het erop neer dat ze alle JavaScript negeren die ze tegenkomen, dus ook het complete menu inclusief alle links naar achterliggende pagina’s.

Vormt JavaScript op uw website een te groot obstakel voor Google? U kunt dat snel nagaan door JavaScript in uw browser uit te schakelen.

  • In Internet Explorer: Extra, Internet-opties, Geavanceerd, Beveiliging, Aangepast niveau, blader naar Actief uitvoeren van scripts, zet een vink bij Uitschakelen en bevestig met Ja.
  • In Firefox: Extra, Opties, Inhoud en verwijder de vink bij JavaScript inschakelen.

Kunt u nu vanuit de voorpagina nog steeds naar de rest van uw site? Zo niet, dan is er een probleem.

Sitemaps toevoegen
De simpelste oplossing is natuurlijk geen dynamisch menu te gebruiken, maar dat kan ten koste gaan van de overzichtelijkheid. U kunt het probleem ook omzeilen met een sitemap: een extra pagina met een klikbare inhoudsopgave van alle pagina’s op uw site. U hoeft slechts op de voorpagina van uw site een link toe te voegen naar deze sitemap en alle pagina’s van uw site zijn via hooguit twee hyperlinks te bereiken – gemakkelijker kunnen we het Google bijna niet maken. Een voorbeeld vindt u op http://www.funda.nl/koop: onderaan de pagina staat een link naar de sitemap van deze huizensite. Het is natuurlijk wel zaak om deze sitemap up-to-date te houden.

Pop-upvensters

Een andere populaire toepassing van JavaScript is het pop-upvenster. Ook dit is in sommige gevallen een te groot obstakel, waardoor de informatie in het venster door Google wordt genegeerd.

Allereerst een voorbeeld van de hyperlink in zijn klassieke vorm:

<A HREF="routebeschrijving.html">routebeschrijving</A>

Een link naar een pop-upvenster wordt meestal als volgt gecodeerd:

<A HREF="#" onClick="return OpenVenster('routebeschrijving.html')">routebeschrijving</A>

Het gecursiveerde deel (onClick) is een verwijzing naar een stukje JavaScript. Denk dit deel even weg en u houdt over wat zoekmachines zien, namelijk een niet-werkende hyperlink:

<A HREF="#">routebeschrijving</A>

Hoe lossen we dit op? Herhaal simpelweg de betreffende pagina bij HREF:

<A HREF="routebeschrijving.html" onClick="return OpenVenster('routebeschrijving.html')">routebeschrijving</A>

Nu zal ook Google de pagina met de routebeschrijving bereiken.

Java en Flash
Naast JavaScript zijn er meer webtoepassingen om extra functionaliteit toe te voegen aan webpagina’s. De belangrijkste zijn Java en Flash. Net als JavaScript worden ook Java en Flash veelvuldig gebruikt om professioneel ogende navigatiemenu’s te maken. En ook aan deze twee toepassingen hebben Google en consorten een grote hekel. Het liefst zouden zoekmachines alleen maar simpele tekst voorgeschoteld krijgen, maar Java en Flash blinken juist uit door hun grafische toepassingen.

De oplossing is dezelfde als bij JavaScript: vervang het menu door een conventioneel menu met tekstlinks, of voeg een sitemap toe. Let er dan wel op dat die sitemap via een tekstlink (met <A> en </A>) vanuit de voorpagina is te bereiken.

Veel kant-en-klare Java-applets worden standaard meegeleverd met Microsoft Frontpage, een html-editor die vooral populair is bij thuisgebruikers. Hebt u dus uw eigen site gemaakt met Frontpage? Controleer het eindresultaat met onderstaande twee tools.

Overigens is er ook een andere reden om terughoudend te zijn met de in Frontpage ingebouwde Java-applets: het komt maar al te vaak voor dat websites die met deze Java-applets zijn gemaakt niet goed werken in Firefox.

Frames
Soms ook een struikelblok zijn deelvensters in webpagina’s, zogeheten frames. U herkent ze aan de scrollbars die niet aan de rechterkant van de pagina zitten, of wel aan de rechterkant zitten maar niet helemaal naar boven of naar onderen doorlopen. Voorbeelden van websites met frames zijn http://www.marktplaats.nl en http://www.bloglines.com.

Al sinds de introductie van Netscape Navigator 2.0, zo’n tien jaar geleden, zijn frames controversieel onder websitebouwers. Elk deelvenster heeft een eigen webadres en wordt apart opgenomen in Google. Als u via een Google-actie zo’n frame vindt, ziet u vaak de bijbehorende andere frames niet – met andere woorden: u ziet maar een stukje van de website.

Websites met frames kunnen weliswaar een prima notering halen in Google, maar toch zijn er verschillende praktijkgevallen bekend waarbij websites met frames zijn omgebouwd naar een frameloze site en opeens hoger scoren in zoekmachines. De oorzaak ligt mogelijk in het zoeken op woordcombinaties. Zoekwoorden die voorheen in twee verschillende frames voorkomen, staan in een websites zonder frames samen op één fysieke pagina en wellicht vindt Google dat iets relevanter.

Twee tools: vindt Google de weg binnen uw site?
Google is een weinig mededeelzame zoekmachine. Als er iets mis is met uw website, zult u daarover nooit een attent mailtje ontvangen. U zult dus zelf van tijd tot tijd moeten kijken of alles nog goed gaat.

Het eerste instrument is de Google Toolbar. Hebben alle pagina’s van uw site een PageRank van 0, maar niet uw voorpagina? En is uw website al minimaal drie maanden oud? Dan is de kans groot dat Google bij uw voorpagina blijft steken.

De volgende check: bekijk uw website met een tekstbrowser. U kunt deze downloaden van internet (http://lynx.browser.org/), of gebruik de online simulator van de Stichting Bartiméus Accessibility: http://www.accessibility.nl/internet/tools/lynxviewer. Tik het adres van uw website in en u krijgt een goede indruk van hoe Google tegen uw site aankijkt.

Schrik niet: het resultaat ziet er uitgesproken spartaans uit, maar u hoeft zich pas zorgen te maken als u helemaal geen hyperlinks naar andere pagina’s aantreft. Worden er geen links weergegeven? Dan wordt het tijd om bovenstaande tips in stap 2 door te nemen. Grote kans dat u daarmee het probleem oplost.

Zo moet u het níet doen
Op internet komt u ook sites tegen zonder PageRank. In webjargon heet dit een ‘PR 0’. Dit kan twee oorzaken hebben: de website is nog helemaal niet bekend bij Google, of Google is boos geworden. Dat laatste komt voor als Google meent dat een website oneerlijke foefjes gebruikt om hoger te scoren. Enkele van die trucs zijn:

  • De linkfarm: een kunstmatige site met een onsamenhangende verzameling links naar andere sites, met slechts de bedoeling om die andere sites een hogere PageRank te bezorgen.
  • De doorway: een kunstmatige, vaak automatisch gegenereerde webpagina die geoptimaliseerd is voor bepaalde trefwoorden, met de bedoeling om bezoekers naar een heel andere site te lokken, of om ze op betaalde advertenties te laten klikken.
  • Cloaking: zodra Google uw webpagina bezoekt, scholtelt u met behulp van een inventief script of stylesheet de zoekmachine een heel andere pagina voor dan bezoekers van vlees en bloed te zien krijgen.

Als Google dit ontdekt, wordt de betreffende website verwijderd uit zijn index, waardoor de site niet meer vindbaar is. Deze uitsluiting hoeft niet permanent te zijn: zodra de beheerder zijn site weer heeft gefatsoeneerd, kan hij bij Google een zogeheten reinclusion request indienen. Meer mogelijkheden zijn er eigenlijk niet – Google correspondeert zelden of nooit over individuele websites.

Daarnaast zijn er nog tal van grensgevallen, bijvoorbeeld grove html-fouten, te veel trefwoorden in de meta-tags of webpagina’s gevuld met plagiaat. In deze gevallen volstaat Google vaak met een ‘PR 0’. U site komt dan nog wel voor in de zoekresultaten, maar aanzienlijk lager.

Stap 3: betere pagina’s

Google heeft uw hele site verkend. Nu zorgen we ervoor dat alle pagina’s stuk voor stuk een begrijpelijke structuur hebben.

Titel en meta-tags
Elke webpagina bevat naast zichtbare tekst en afbeeldingen ook verborgen codes. Deze vindt u in de broncode tussen <HEAD> en </HEAD>. Dat ze verborgen zijn, wil niet zeggen dat ze ook onbelangrijk zijn. Integendeel: vooral de html-tags TITLE en META bepalen mede uw plaats in de Google-zoekresultaten.

Titel
De tekst die u tussen <TITLE> en </TITLE> plaatst, is de titel van de pagina. U ziet deze titel niet alleen in de blauwe bovenbalk van uw browservenster, maar dit is ook de titel waarmee uw pagina in de Google-zoekresultaten wordt weergegeven. Het spreekt voor zich dat een duidelijke titel de kans verhoogt dat iemand erop klikt. Bovendien dragen de afzonderlijke woorden bij aan een hogere positie van uw site als iemand op deze woorden zoekt. Dit is overigens geen pleidooi om maar zoveel mogelijk trefwoorden in de titel te zetten. Het risico bestaat dat Google een overmaat aan trefwoorden beschouwt als ‘zoekmachinespam’, wat kan leiden tot de alom gevreesde ‘PR=0’ (zie verderop).

Meta
Een andere belangrijke, maar onzichtbare tag is META. Hiermee kunt u een omschrijving en extra trefwoorden voor uw pagina opgeven. Een voorbeeld voor een wandelsite:

 
<META NAME="description"
 CONTENT="Onafhankelijke portaalsite over wandelen. Informatie over wandelroutes,
 wandelsport, Vierdaagse, gps, wandelen naar Santiago, en meer.
 Plus wandelforum en gratis nieuwsbrief."> 
<META NAME="keywords"
 CONTENT="wandelen, wandelroutes, nordic walking, bergwandelen, gps,
 Vierdaagse van Nijmegen">

Net als de titel wordt de ‘description’ getoond in de Google-zoekresultaten. Zorg dus voor een duidelijke en aantrekkelijke omschrijving.

De ‘keywords’ vormen een verhaal apart. In hoeverre ze bijdragen aan een betere vindbaarheid van uw site, weet niemand helemaal zeker – behalve Google natuurlijk. In oktober 2002 schreef zoekmachine-expert Danny Sullivan dat deze meta-tag inmiddels uitgestorven zou zijn (http://searchenginewatch.com/showPage.html?page=2165061). Volkskrant-journalist Theo Stielstra bevestigde dit met een eigen experiment (http://www.zoekprof.nl/achtergronden/metatag.html), maar kreeg daarop weer felle kritiek (http://www.vsdjhvfwdhr.nl).

De waarheid ligt vermoedelijk in het midden. Volgens veel Google-watchers doen keywords er alleen toe als ze ook in het zichtbare deel van de pagina voorkomen. Met andere woorden: extra trefwoorden zijn prima, maar hou ze wel relevant. Ook is het verstandig het totale aantal beperkt te houden (niet meer dan pakweg dertig), want anders ziet Google ze weer als zoekmachinespam.

Webadressen
Naast titel en meta-tags telt geeft ook het adres van uw pagina extra houvast aan Google. Geef uw pagina’s daarom duidelijke namen, zodat Google al een beetje de inhoud kan raden.

  • Dus niet: 001.html, appendix.html of opening.html.
  • Maar wel: zeiltocht_ijsselmeer.html, woordenlijst_zuidafrikaans.html of google_optimalisatie.html.

Hebt u een eigen weblog? De meeste weblogsystemen laten standaard de titel (of het eerste stukje daarvan) van elk bericht ook in het adres terugkomen.

Nog belangrijker is de volgende tip: probeer dezelfde paginanamen tot in lengte van jaren aan te houden. De PageRank van Google is namelijk URL-gebonden, dus zodra u uw pagina’s andere namen geeft, raken die hun PR kwijt en kelderen ze in de Google-zoekresultaten. Natuurlijk krijgen de nieuwe pagina’s op den duur ook weer een PR van Google, maar dit kan gemakkelijk drie maanden duren.

U kunt de pijn enigszins verlichten door de oude pagina’s niet meteen te verwijderen, maar de inhoud te vervangen door een verhuisbericht. Zoiets als: “Deze pagina is verhuisd, klik hier om naar het nieuwe adres te gaan.” Draait uw website op een Apache-server? Met een kleine ingreep kunt u de schade nog verder beperken. Instructies vindt u op
http://www.homepage-maken.nl/htaccess/redirect-htaccess.php

Koppen en tussenkoppen
Nu komen we bij het leesbare deel van elke pagina. In principe neemt Google alle woorden uit de tekst op in zijn index, maar naar alle waarschijnlijkheid tellen de woorden uit de eerste paragrafen het zwaarst mee. Maak pagina’s dus niet te lang en splits ze zo nodig op in stukjes. De afzonderlijke delen kunt u bovendien weer voorzien van extra titels en meta-tags.

Nog veel belangrijker dan woorden uit de lopende tekst zijn koppen en tussenkoppen. Google herkent ze pas als u ze op de juiste manier hebt gecodeerd: met de html-tags H1 tot en met H6. H1 is de grootste kop en legt ook bij Google het meeste gewicht in de schaal. Ook H2 en H3 tellen mee, maar in de praktijk leveren de tags H4, H5 en H6 geen merkbaar hogere notering op.

Een vaak gemaakte fout bij kopjes is onjuist gebruik van Cascading Stylesheets (CSS). Een voorbeeld:

 
<B STYLE="font-size:20px">Zeilen op het IJsselmeer</B>
<H1 STYLE="font-size:20px">Zeilen op het IJsselmeer</H1>

Beide kopjes worden even groot in uw browser getoond, maar alleen de tweede telt extra mee voor Google.
Natuurlijk is ook de kop zelf belangrijk. Een campingsite met de kop

 
<H1>Kamperen in de Dolomieten</H1>

op de voorpagina kan meer bezoekers via Google verwachten, dan met het vriendelijke maar nietszeggende

 
<H1>Welkom</H1>

Hetzelfde geldt voor tussenkopjes: gebruik in het dagboek van uw vakantie geen fletse tussenkopjes als ‘Dag 1’, ‘Dag 2’, enzovoorts, maar ‘Met de boot van Helsinki naar Tallinn’ of ‘Oog in oog met een grizzlybeer’ vindt Google veel informatiever. Goede kopjes zijn overigens niet alleen voor zoekmachines belangrijk, ze trekken ook de aandacht van uw lezers.

Hyperlinks
Dat hyperlinks belangrijk zijn, vertelden we u al bij stap 2. Maar links kunnen niet alleen voorkomen in navigatiemenu’s, maar ook in de lopende tekst. Voor Google telt klikbare tekst zwaarder dan gewone tekst, dus probeer de hyperlinks zo informatief mogelijk te maken. Dus niet:

 
Klik <A HREF="appingedam.html">hier</A> voor een overzicht van computerwinkels in Appingedam.

want dan krijgt alleen het woordje ‘hier’ extra nadruk. Maar liever:

 
<A HREF="appingedam.html">Klik hier voor een overzicht van computerwinkels in Appingedam.</A>

En afhankelijk van de context kunt u dat vaak weer inkorten tot:

 
<A HREF="appingedam.html">computerwinkels in Appingedam</A>

Plaatjes
Het zal inmiddels wel duidelijk zijn dat Google vooral van tekst houdt – niet van plaatjes. Toch zijn er mogelijkheden om hoger in de zoekresultaten te komen als uw site alleen maar foto’s bevat. Niet alleen doet u dat met behulp van informatieve titels, meta-tags en kopjes, maar ook de plaatjes zelf kunt u wat Google-vriendelijker maken. De kneep zit ‘m in de IMG-tag. Een voorbeeld:

 
<IMG SRC="/fotos/praag_01.jpg" WIDTH="400" HEIGHT="300" BORDER="1">

Door een simpele ingreep, namelijk het toevoegen van het zogeheten ALT-attribuut, geeft u Google extra aanknopingspunten wat er op deze Praag-foto staat:

 
<IMG SRC="/fotos/praag_01.jpg" WIDTH="400" HEIGHT="300" BORDER="1"
 ALT="Het astronomisch uurwerk aan het Oude Raadhuis op het Oude Stadsplein.">

Mocht u ook buitenlandse bezoekers willen trekken met uw foto’s: u kunt er natuurlijk ook een Engelstalige omschrijving neerzetten.

Regelmatig updaten
Heeft Google eenmaal uw site ontdekt en opgenomen in zijn enorme index, dan komt het met enige regelmaat terug om te kijken wat er allemaal veranderd is. Hoe vaak dat gebeurt, is nauwelijks te voorspellen. Wel staat vast dat Google vaker langskomt als u uw website regelmatig actualiseert door bijvoorbeeld nieuwe foto’s en berichtjes toe te voegen.

Bovendien heeft Google de neiging om websites die vaak worden ververst hoger in zijn zoekresultaten te zetten. Regelmatig updaten is dus het devies – en dan liever elke dag een kleine toevoeging dan één grote update per maand.

Kader: Google-vriendelijk versus gebruiksvriendelijk
Hoe kunt u uw website gebruiksvriendelijker maken? Wereldwijd houden zich duizenden deskundigen bezig met deze vraag. Verreweg de bekendste is Jakob Nielsen. Zijn website (http://www.useit.com) staat boordevol vernietigende commentaren en praktische tips om de gebruiksvriendelijkheid (usability) van websites te verbeteren. Ook op de Nederlandse site Drempels Weg (http://www.drempelsweg.nl) vindt u hierover veel goede informatie. Deze richt zich vooral op gehandicapte internetgebruikers, die vaak aangepaste browsers nodig hebben om het web op te gaan.
Als u alle usability-tips van deze twee websites op een rijtje zet, zal u misschien iets opvallen: ze komen grotendeels overeen met de tips in dit artikel. Of anders gezegd: wie zijn website toegankelijker maakt voor gehandicapten, krijgt bijna automatisch ook een Google-vriendelijke website!

Conclusie

Met een aantal kleine ingrepen is het mogelijk uw persoonlijke website prominenter in de Google-zoekresultaten te krijgen. De rode draad van dit artikel is dat Google vooral houdt van simpele tekstpagina’s en conventionele hyperlinks – zeg maar het wereldwijde web anno 1995 – en veel minder van geavanceerde webtechnieken. Hou het dus simpel en effectief, en gebruik niet te veel technische en visuele foefjes.

Voor de rest is het een kwestie van veel geduld, want zoals gezegd is Google erg traag met het verwerken van nieuwe sites. Het effect van alle tips zult u dus pas op lange termijn merken.

Het allerbelangrijkste advies om uw site hoog in Google te krijgen, hebben we voor het laatst bewaard: maak een aantrekkelijke en informatieve website die iets toevoegt aan het wereldwijde web. In vergelijking hiermee zijn alle andere tips en adviezen op deze pagina slechts van ondergeschikt belang.

Succes!

Reacties

Deze tekst is geschreven in december 2006, is op enkele punten alweer verouderd en vanwege de beperkte ruimte misschien soms ook wat kort door de bocht. Mail mij uw aanvulling of verbetering en ik plaats die hieronder!

© Wessel Zweers, Laterna Media - fotografie: Alexandre Duret-Lutz