Nirvana


“I use to think that heaven was a place. Then I believed heaven was a state of mind. Now I believe heaven is a state of being.” (Charles A. Thomas)

Bevrijding

Nirvana is het hoogste goed in het boeddhisme. Het is de bevrijding uit samsara, de eeuwige cyclus van wedergeboorten, en de ervaring van een radicale verandering in het bestaan. Nirvana is een staat waarin de vlam van de levensdorst geheel gedoofd is. Door het ego los te laten wordt de werkelijkheid in haar onverhulde volheid gezien. Het is een verzoening met het bestaan zoals het in werkelijkheid is, voorbij onze eigen beperkte en vooringenomen beleving ervan.

Nirvana is geen hemel

Het begrip nirvana leidt gemakkelijk tot misverstanden. Zo wordt het vaak gelijkgesteld aan het westerse begrip ‘hemel’. Nirvana is echter geen onveranderlijk metafysisch principe, maar in de eerste plaats een persoonlijke toestand, een staat van geest. Die toestand dient in dit leven te worden gerealiseerd en is niet een staat die men wel of niet verkrijgt na de dood. Nirvana en de wereld om ons heen zijn niet twee verschillende werkelijkheden of twee verschillende toestanden van de werkelijkheid. Nirvana is de werkelijkheid ontdaan van al onze denkbeelden, met inbegrip van deze.

Nirvana is geen ‘niets’

Ook wordt in het westen nogal eens aangenomen dat nirvana een soort ‘niets’ is, het uitdoven van de eigen existentie. Dit misverstand komt waarschijnlijk door een ongelukkige vertaling van het ‘loslaten van het ego’. Volgens het boeddhisme moet de mens zijn wereldlijke ‘ik’ overwinnen om daarmee ruimte te maken voor een diepere, meer authentieke manier van bestaan. Dit is iets anders dan zelfontkenning of vernietiging van de persoonlijkheid.

© Wessel Zweers, Laterna Media - fotografie: Alexandre Duret-Lutz